Over hoe ik een ei bak, moet ik nadenken en de weg vinden is mij een raadsel. Verjaardagen in een kring begrijp ik niet. In huishoudelijk werk zie ik geen nut en ik ben vast de enige die s middags om 15uur nog niet weet wat we s avonds gaan eten. Daarnaast vraagt iedereen zich natuurlijk ook vanaf zijn 6e af waarom de ramen die open kunnen vaak een ander kleur kozijn hebben dan die gesloten blijven en welk stoplicht in welke volgorde voor het allereerst ging branden in Nederland?
Dat ik als werknemer de collega’s een lange uitleg gaf dat een “rot klas” niet bestond ( want waar was jouw aandeel als docent dan?) werd niet gewaardeerd. Het vanzelfsprekend aandragen van meerdere oplossingen viel verkeerd. En naar het einddoel vragen terwijl de tussenstappen nog niet waren afgerond, te ingewikkeld. Dat ik zag dat jij een sjaal droeg omdat je die dag onzeker was en zij stiekem een traan wegveegde bij het reiken naar haar jas, werd niet gezien. Dat ik in mijn lessen andere dingen deed dan de massa, liet mij op het randje balanceren terwijl de doelen haarfijn verweven waren in de inhoud en niets ondoordacht was. Dat ik confronterend was maar ook deel van het team wilde zijn, zorgde voor conflict. Mijn vurigheid poogde men te temperen want meer aanpassing was gewenst. Rustiger praten ook. En het groter plaatje zien met alle details was niet nodig.
Er waren vele dagen dat ik vermoeid thuis kwam omdat ik mij zo ingehouden had om maar niemand te kwetsen met mijn scherpe tong en non-verbaal toch mijn betrokkenheid wilde tonen. Vermoeid van het zijn zoals men verwachtte ondanks mijn allergie voor de, in mijn ogen, “grote behoefte aan eeuwige afstemming en hetzelfde willen doen.” Het raakte mijn autonomie maar ik was wel onderdeel van…. Mijn goed geheugen zat dwars want iets onthouden wat iedereen vergeten was nam geloofwaardigheid weg. Bij mij ontstond ook het beeld: Te confronterend. Te oplossingsgericht. Te fel. Te openhartig. Te strijdvaardig. Te gemotiveerd. Bagatelliserend. Overenthousiast. Te luidruchtig. Te druk. Te snel. Ik werkte hard aan mijn lijst met leerdoelen.
En toen kwam het jaar 2009. Mijn zoons werden geboren en in ontwikkeling. Wat een herkenning! Die 2, die waren ik! Mijn ogen werden langzaam geopend en alles stuiterde op zijn plek. Mijn hersenen werkten gewoonweg anders. Mijn temperament kon ik daaronder plaatsen en nog veel meer!
Vanaf zomer 2015 blijkt er dan voor mij geen weg terug. Om tot ontwikkeling te komen als mens, moeder, partner, vriendin, docent, als teamlid en als werknemer zal er ook aangesloten moeten worden op mijn wijze van leren, informatie opnemen en verwerken. Op mijn “zijn,” kort samengevat. Aanpassen, onderpresteren en wachten zijn geen opties meer wil ik energie en blijheid houden. Wil ik kunnen laten zien wat ik te bieden en te geven heb. Via het werk zijn er zoveel trainingen om te differentiëren bij studenten. Maar wie differentieert op mij als werknemer, collega??? Denk dan in vergaderingen, trainingen en ander groepsgebeuren. Hoe sluit je aan bij mijn wijze van informatie verwerken?
Kan ik zelf hetgeen ik nodig heb om informatie te laten beklijven wel benoemen en concretiseren? Hoe breng ik de samenwerking met management, trainers, en College van Bestuur hierover tot stand? En hoe informeer ik hen over hoogbegaafdheid. Want klopt het beeld wel wat collega’s hiervan hebben?! En bereik ik misschien pas na dit, het bewustzijn? Gevraagde betrokkenheid, motivatie en gevoel van eigen verantwoordelijkheid? Wordt er op deze wijze niet daadwerkelijk een focus gelegd op vakmanschap en gaat dan goed werkgeverschap pas echt samen met goed werknemer schap? En kom ik dan tot mijn recht zodat de werkgever echt gebruik van mij kan maken?
Hoe onthoud jij? Hoe blijf jij betrokken bij al dat aanbod van informatie? Kun jij al een volgende stap nemen?
T.V (Niet slim, wel hoogbegaafd.)